In India ben je nooit alleen

8 november 2018 - Varanasi, India

Alleen ben je hier nooit. Dat werd vandaag twee keer dubbel en dwars bevestigd. Na het ontbijt hebben we op straat bij het hotel een tuk tuk geregeld. Vandaag wilden we naar het oude centrum. Hier kan je niet met een taxi komen en eigenlijk is een rit met de tuk tuk veel leuker. Bij de ingang van het hotel staan altijd een paar tuk tuks te wachten op een ritje. Dit was een splinternieuwe elektrische. Het plastic zat nog om de stoelen om alles zo lang mogelijk nieuw te houden.

Na ongeveer 20 minuten stopte de man op een parkeerplaats bij een grote moderne winkel. Vanaf daar was het ongeveer 1 km naar de Ganges. Maar dat wisten we toen nog niet. Eigenlijk hadden we geen idee waar we waren en zijn we maar gaan lopen. Er is natuurlijk nergens een voetpad dus alles loopt op de weg. Twee keer op goed geluk zijn we een zijstraatje ingeslagen maar daar waren geen winkeltjes. Alleen maar koeien die uit een zak afval stonden te eten en op een hoek heel veel Indiërs die bij een eettentje stonden te eten. Weer naar de hoofdweg en doorlopen maar.

Na een tijdje verschenen de eerste winkels en straatverkopers. In tegenover gestelde richting liepen tientallen Indiërs. Geen idee waar deze vandaan kwamen. Later zagen we wel een tempel waar het enorm druk was, maar misschien kwamen ze wel vanaf de Ganges.

Bij een straatverkoper een aantal armbanden gekocht met behulp van de collega armbandverkoper naast haar voor de vertaling. Onderhandelen met iemand die alleen Hindi spreekt valt niet mee.

Ik wilde nog een ketting voor ons beeld van Ganesha. Een straatverkoper met kettingen om zijn nek en arm vroeg de hoofdprijs. Onderhandelen lukte niet, maar hij stopte wel twee kettingen in mijn hand. Soms wordt je het gewoon zat. Dat ze het in je hand stoppen, om je nek hangen of om je pols knopen zonder dat je daarom vraagt. Ik heb die kettingen over zijn hoofd gegooid en ben doorgelopen, maar nog raakte we hem niet kwijt. Inmiddels had de volgende man ons al gevonden.


Hij had mooie kleding in zijn winkel vlakbij. Ook voor mannen. Nando wilde nog graag een bloes kopen en kijken kan geen kwaad. Dan denk je dat het winkeltje daar is waar hij ongeveer staat, maar hij stond heel slim op een strategische plek waar twee wegen bij elkaar komen. Dus even met hem meelopen. Komen we bij zijn winkel aan, moesten we eerst een heel smal poortje door en daar wees hij op een smalle steile trap. Dat gingen we dus niet doen. Geen idee waar je uitkomt en het is niet de eerste keer dat ze de deur dichtdoen als je binnen bent. Ik heb gezegd dat ik de trap niet op kon vanwege mijn knie. Nou, hij zou me wel helpen. Echt niet. Uiteindelijk konden we wel bij hem thuis kijken. Het poortje kwam uit in een heel klein steegje waar ook nog een enorme koe in stond. Hij lopen en druk gebaren dat we mee moesten lopen. Ook dat ging hem niet worden. We zagen rechts weer een klein steegje dat uitkwam in de straat en zijn weggelopen.

Het werd steeds drukker en ook de bedelaars hadden ons weer gevonden. Twee keer kwam er een vrouw met een klein kindje op haar arm naar ons toe. In haar hand een leeg zuigflesje. Milk, milk; riep ze steeds. En ''Mama'', terwijl ze naar haar kindje wees. Moeilijk om dan Nee te zeggen, maar er liepen zoveel bedelaars en als je er een geeft komen er meer.

Na een tijdje kwamen we bij de Ganges aan. Hier was het weer heel anders, maar een prachtige Ghat. Bovenaan de trappen zat een man helemaal beschilderd met grijze verf en witte lange haren in lotushouding. Halverwege de Ghat zijn we op de trappen gaan zitten en alleen maar kijken. En iedereen naar ons kijken dus. Er kwam een man naar ons toe en vroeg aan de kinderen waar ze vandaan kwamen. Hij vertelde dat hij uit Japan kwam en deed alsof hij Japans sprak. Later gaf hij toe dat het niet zo was. Volgens ons was hij zo stoned als wat.

Even verderop zagen we gewoon een koe languit op de trappen liggen. Of dan keek je achterom en kwam er gewoon een koe de hoge trappen aflopen. Overal was wel iets bijzonders te zien. Redelijk veel mensen in het water. We zijn weer een stukje langs de Ganges gelopen. Je raakt niet uitgekeken.


Een priester hield ons aan en voordat we er erg in hadden had hij een paar gele strepen en een rode stip op Shilpa's voorhoofd gezet. Ik moest er erg om lachen, maar ook ik kreeg de strepen voordat ik er erg in had. Hij duwde Shilpa een slinger met de oranje bloemen van Afrikaantjes in haar hand en nam haar mee de laatste paar treden naar de Ganges af. Hij ging bidden en telkens plukte hij iets van de bloemen af, gaf dat aan Shilpa om in de Ganges te gooien en zei dan na een klein gebed; voor je moeder. Of voor je vader, voor je broer, voor jezelf, voor je studie...

Nu ik van die gele strepen op m'n voorhoofd had werd ik nog meer aangekeken. Ik werd zelfs meerdere keren gewoon in m'n gezicht uitgelachen! En helaas waren de papieren zakdoekjes op, zodat ik het er niet af kon vegen. Bij een stalletje kochten we wat water. Ze hadden ook een pakje zakdoekjes voor ons te koop. Maar voor die prijs konden we er wel heel veel kopen. Toen het eindelijk opgedroogd was, konden we het eraf vegen. Bij een ander winkeltje, naast een kraam vol kokosnoten, een mooi tafellaken gekocht.


Onderweg zagen we nog een hele rij arme mensen zitten. Ze kregen van een aantal Indiërs allemaal een bord eten. Ook hier opvallend veel koeien en soms ook grote stieren.

Na 2,5 uur waren we eindelijk weer bij de tuk tuk. We blijven 1 uur weg hadden we gezegd. Ook hadden we afgesproken dat de man zou wachten. En dat had hij gedaan. Net zoals Jim zei: als je ze nog niet betaald hebt, staan ze er nog.


In de grote sjieke winkel bij de parkeerplaats zijn we nog even naar binnen gegaan om voor een bloes te kijken. We liepen de winkel in en ik had het echt niet gezien.
Ik zag een mooie rok en liep daar recht naartoe. Nooit de prachtige Diwali versiering van gekleurd zand op de grond gezien. Ik liep er dwars doorheen terwijl er een bewaker naast stond.

Weer terug naar het hotel om nog even bij het zwembad te liggen. We vonden de ochtend superleuk. Lopend zie je zoveel meer. Onderweg heel veel foto's gemaakt. Soms ook gewoon tijdens het lopen afgedrukt en vaak zijn ze nog gelukt ook. Zo kunnen we het straatbeeld onopvallend vastleggen, want uitgebreid een foto van de mensen maken is lastig of ze willen geld.

Om 5 uur werden we bij het hotel door de bus en een gids opgehaald voor de Ganga Aarti ceremonie bij de Ganges. Dat wordt elke avond na zonsondergang gehouden bij Dashashwamedh Ghat. Dat was waar we in de ochtend ook waren geweest. Deze Ghat ligt dicht bij de Vishwanat tempel. Volgens een Hindoelegende is dit de plek waar Lord Brahma de Ghat gemaakt heeft om Lord Shiva te verwelkomen. 7 priesters staan op een rij met hun gezicht naar de Ganges en voeren met wierook, gezang, bloemenoffers en vuur een ceremonie uit om de HindoeGod te eren.

Het eerste deel vanaf het hotel hebben we per bus afgelegd. Halverwege moesten we overstappen in een tuk tuk en de laatste kilometer naar de Ghat lopen. Wat een drukte. Het laatste stuk konden alleen motors en voetgangers komen.
Het was een enorm grote menigte die dezelfde kant op liep. We passeerden een koe en die begon oneens te plassen. Nando en ik liepen er net naast en voelden de spetters op onze voeten. De gids keek om en zei heel enthousiast: you are Lucky people!

Bij de Ganges konden we kiezen. Op de trappen (Ghat) gaan zitten of de ceremonie vanaf een boot op de Ganges bekijken. Omdat we dan dichterbij zouden komen kozen we voor het laatste.

Weer alle trappen af. Naar een Ghat ernaast gelopen en de gids regelde een grote houten boot voor ons vieren. De peddels waren lange bamboestokken met een stukje hout er op gespijkerd. De jongen moest wel heel sterk zijn om zo te kunnen roeien.
Vlakbij de plek aangekomen maakte hij zijn boot vast aan een grotere oude houten boot die daar al lag. Binnen een half uur lagen er denk ik wel 50 houten boten om ons heen. En de ene boot maakte zich weer vast aan de andere. Op sommige boten zaten wel 20 tot 30 mensen. Tijdens het wachten gezellig met de gids gekletst. Een leuke, slimme jongen.

We hadden goed uitzicht op de Ghat waar het inmiddels vol zat met mensen. Er komen dagelijks 5000 tot 6000 mensen daar naartoe. Heel veel pelgrims, maar natuurlijk ook toeristen. De gids vertelde ook dat er elke dag ca. 300 mensen worden gecremeerd in Varanasi.

Nando en ik vonden de ceremonie wel indrukwekkend. Vooral toen ze telkens de klank Ohm herhaalden en daarna de liederen zongen en de bellen luidden door aan de lange touwen te trekken.


De twee anderen, onze cultuurbarbaren, vonden er weinig aan. Maar het was al een hele belevenis om naar alle boten te kijken die, als ze later aankwamen, zich tussendoor toch nog een weg naar voren konden vinden. Ook liepen er nog een jongen en een vrouw met offerschaaltjes rond. Heel behendig stapten ze van boot naar boot. 

Vooraf hadden wij 5 offerschaaltjes gekocht. Hier liggen oranje Afrikaantjes op en een kaarsje in het midden. Na de ceremonie zet je deze in de Ganges en dan kan je een wens doen. Het was heel bijzonder. We zetten onze schaaltjes niet allemaal tegelijk in het water maar na een paar tellen dreven ze alle 5 bij elkaar. Een mooi moment. En een mooi gezicht al die lichtjes op het water in het donker.

Na de ceremonie gaan al die duizenden mensen natuurlijk ook allemaal weer lopen.
En allemaal door diezelfde straat. En daar tussendoor rijden dan nog toeterende motors, fietsen en lopen heel veel koeien en honden. Telkens denk je; ieuw nu wordt ik aangereden, maar altijd op het laatste moment gaan ze om je heen. Ook voetgangers raken elkaar bijna niet aan. Ongelofelijk. Ik denk niet dat het in Nederland zo soepel zou gaan.

Het was een hele bijzondere en indrukwekkende dag. Veel gezien en veel beleefd.
Veel foto's met de fotocamera gemaakt dus deze kan ik helaas niet bij de blog plaatsen.

3 Reacties

  1. Dirk en Elly Haasnoot:
    8 november 2018
    Prachtig verhaal weer!!!! Ben benieuwd naar alle foto's/film.
  2. Arjan en Elly:
    8 november 2018
    Wat een heerlijk verhaal weer! Genieten op afstand.
  3. Karin:
    9 november 2018
    Geweldig weer.